woensdag 19 november 2014

Ems van Soest, een Kleine Grote Schrijfster

laatste wijziging 24-07-2016
Soms loop je jaren met het plan rond dat maar niet ten uitvoer komt.  Tot vandaag. Een korte verzameling van beelden van de schrijfster Ems van Soest. Waarom? Ooit heb ik haar leren kennen, via mijn werk waren er wat oppervlakkige contacten....dat was alles. Ik vroeg me af wie die vrouw toch was, stil en bescheiden, maar wel een schrijfster van naam....later, als ik niet meer zou werken zou ik het uitzoeken........ook nadat de deur van de werkgever voorgoed gesloten was, duurde het nog vele jaren, tot vandaag dus. Ems van Soest. Eerst maar eens het internet afgestruind.....dat brengt de beelden die u hierbij krijgt vertoond. Daar moet u het maar eventjes mee doen....tot de volgende opleving zich weer voordoet. Maar wilt u mee vertellen over het leven van Ems van Soest, meldt u dan, een klein monument voor een bescheiden vrouw, schrijfster van boeken.........meldt u bij boekenoverschot@gmail.com
 Altijd opnieuw komt er weer iets tevoorschijn uit die overvolle zolder van mij.......dit keer een gids voor "De Hollandsche Vrouw in Indië" met een inscriptie op het eerste blad " ref. Schimmel 1942"




Schrijfster Ems van Soest op het stoomschip Fushimi Maru van de Nippon Yushen Kaisha van Marseille naar Java, vermoedelijk in de Middellandse Zee. V.l.n.r. Emma Maria van Soest-Van Angelbeek (moeder), mevrouw [...] de Vries, Guus van Soest[?], E.I.H. van Soest




Schrijfster Ems van Soest (linksvoor) op het stoomschip Fushimi Maru van de Nippon Yushen Kaisha van Marseille naar Java, vermoedelijk in de Rode Zee. V.l.n.r. voorste rij: 1 Ems van Soest, 2 mevrouw [...] de Vries, 3 Bep [...]. Achterste rij: 1 J. Verkerk, 2 Emma Maria van Soest-Van Angelbeek (moeder), 3. Guusje [...], [...] van Egmond, [...] van Cattenburgh


Ems van Soest handtekeningen uitdelend ( bron: Ga het na)



Vilan van de Loo schrijft in HET DAMESCOMPARTIMENT  de navolgens tekst  vol bewondering voor het werk van Ems van Soest. Meer bijzonderheden over de schrijfster zijn daar te vinden.
Alles, wat vreugde aan je leven kan geven, is niet te duur gekocht. Een meisje moet coquet zijn, er op zijn behoorlijkst uit willen zien"
Uit: "V voor Nicoly"

Ems van Soest

Emma Ingelina Helena van Soest heette zij, en hoewel haar boeken tientallen jaren geleden verschenen, zijn ze nog altijd geliefd. Velen kennen haar meisjesromans zoals De Pauw (1930), Het Bergkoninginnetje (1934) of latere titels als Een wajang in Gods handen (1946). In Moesson publiceerde Ems herinneringen aan een heerlijke Indische jeugd op de thee-onderneming Ngargoloko-Malebari (Midden-Java), in haar romans vertelde ze over optimisme en levensmoed.

"Ouwe, trouwe ratelkast," sprak ze tegen haar Remington. "Je verveelt me soms gruwelijk. Kon ik maar eens wat interessanter dingen op je neertikkelen, maar helaas, de Baas voelt slechts voor zakelijke en geldswaardige pampieren... enfin!" Ze zuchtte van verademing, toen het vijf uur sloeg (...)". In deze paar zinnen uit De Pauw liet Ems van Soest haar lezeressen weten dat een modern meisje het kantoor heus niet hoefde te idealiseren. Het was vaak ploeteren en weinig echt plezier. Soms dwong de crisistijd van de jaren '30 meisjes tot een werkend bestaan. Zo ook de Pauw, zoals Inka in de roman door collegaatjes werd genoemd, die haar trots om geld te kunnen verdienen beschouwden als hoogmoed. Nee, kantoor was niet alles, dat wist Ems wel uit eigen ervaring.

Nadat zij de drie-jarige H.B.S-cursus doorlopen had, haalde Ems type- en stenodiploma's. In een betrekking op het Semarangse kantoor van Crone leerde ze de ups and downs van het kantoorleven kennen. Over dergelijke ervaringen kon ze geen boeken vinden. Dat kon niet. Ems, die zo graag las, besloot kordaat daarin verandering te brengen, vertelde ze later: "Ik nam de typemachine en schreef achter elkaar De Pauw, mijn eerste boek. Ik heb altijd getracht het Indische leven, mijn leven, zo precies mogelijk weer te geven."

Met De Pauw legde Ems van Soest de basis voor een succesvolle literaire carrière. Ieder jaar verscheen er één, soms twee boeken. Vrijwel altijd vertelde ze over het werkende meisje in Indië, dat soms in troosteloze pensions moest wonen, vaak een gelukkig huwelijk sloot en altijd een goed karakter had. Elke roman bezat de positieve Van Soest-moraal: gebruik je talenten, leer doorzetten en geniet van het goede. Het was een nieuw genre meisjesboeken dat enorm aansloeg. Lezeressen, onder wie de jonge prinses Beatrix, adoreerden de boeken, recensenten waren vol waardering, de verkoopcijfers stegen en kranten en tijdschriften vroegen haar om artikelen.

Ems gaf lezingen, maakte samen met haar broer Jan reizen die ze in haar boeken verwerkte, las dichteressen als Alice Nahon en genoot van het leven. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog was Ems een gevierd schrijfster. Toen keerde het tij.

Net als voor veel anderen, was de oorlog ook voor Ems een omslagpunt. Ze had Indië inmiddels ingeruild voor het Hollandse Den Haag. Door bombardementen verloor ze woning, huisraad en dierbare familie-eigendommen uit Indië. Ieder dubbeltje moest voortaan omgekeerd worden. Terwijl ze haar teleurstelling over een verloren liefde verwerkt en met bureaucratische instanties vocht om de vergoeding van geleden oorlogs-schade, had ze ook nog zorgen om haar broer, bij wie tuberculose geconstateerd was. Dit alles vond zijn weerslag in haar boeken.

Zo schreef ze in Een wajang in Gods handen (1946) fel over Indische NSB-ers en intimidatie van vrouwen door Japanners en in V voor Nicoly (onbek. jr.) kwam getob voor met textielpunten, evacuaties en ongewenste maar onvermijdelijke inwoning. Ems had al eerder laten zien hoe veelzijdig haar talent was. Het prachtige Theeland (1938), de voorloper van romans als Hella Haasse's Heren van de thee, was daarvan een overtuigend bewijs. Ems: "Ik voelde gewoon, dat ik méér kon." De waardering bleef uit. Het publiek wilde in haar alleen de zorgeloze meisjesboeken-schrijfster zien. Ems rechtte haar rug en ging weer naar kantoor, ditmaal dat van een Haags ministerie.

De jaren '60 en '70 waren moeilijk. Haar ogen gingen achteruit -een ramp voor een schrijfster - , ze was eenzaam en alleen door zuinig te leven kon ze af en toe op reis, nieuwe indrukken opdoen. Iedere verjaardag dacht ze vol verlangen terug aan haar ouders en haar twee broers, allemaal overleden maar in haar hart nog steeds aanwezig. Of ze ooit weer echt zou schrijven, betwijfelde ze: "Zal ik er ooit nog de inspiratie, de discipline, de kans toe krijgen en zal ik ooit bestand zijn (...) de venijnen te weerstaan van de huidigen critiek?"

De kans kwam. Op verzoek van Lilian Ducelle, destijds redacteur van Tong Tong, begon Ems over haar Indische jaren te publiceren. De theegeur op de onderneming, de pracht van de tjemara-bomen, de elegante jurken die mama voor haar maakte, de lagere school- alles even dierbaar. Er kwamen brieven van lezers, vol herkenning en sympathie.

In 1984 overleed Ems. De laatste periode was soms treurig geweest, maar wel met de troost weer te kunnen schrijven, juist over de gelukkigste tijd in Indië. Alsof ze het voorzien had, noteerde ze in 1932, als net gedebuteerd schrijfster, in haar Op den achtergrond genoteerd: "ze zou schrijven, zich aan dat llerliefste werk wijden, dat werk, dat haar een tweede leven gaf als het ware, het werk, waaruit ze altijd weer nieuwe moed kon putten".

Uit het Damescompartiment: "Paul heeft nooit veel met meisjes opgehad, hij vond ze onbeduidend, aanstellerig en ongevoelig, tenminste, diegene onder haar, die hij kende. En dus dacht hij, toen wij kwamen, over ons hetzelfde. Maar toen hij jou wat meer leerde kennen, vertelde hij aan Mevrouw de Groote eens in een vertrouwelijke bui, dat jij hem deed denken aan zijn gestorven zusje, waar hij dol, dolveel van gehouden heeft." Uit: "De Pauw"

Ems van Soest: Het verloren zusje Ems was het vierde en jongste kind van Willem en Emma van Soest. Voordat haar twee broers geboren werden, kregen haar ouders een meisje, Margootje. Zij stierf zes dagen na haar eerste verjaardag aan de gevolgen van een ongelukkige val. Hoewel Ems haar zusje dus nooit ontmoet heeft, voelde ze wel af en toe haar aanwezigheid. In de romans van Ems is het motief van een gestorven zusje regelmatig aanwezig, zoals in De Pauw, Ter ere van Holland en Pauli's leerschool. Over het gezinsdrama zelf schreef Ems ook zonder literaire verhulling: "Moe en afgemat, acht maanden zwanger, snakte ze [Emma, de moeder van Ems] naar een bad en vroeg de jonge baboe, die na Carsina's vertrek voor het kind zorgde, om op Nonnie te passen. Margootje had de pop, die ze met haar verjaardag gekregen had, in een slendang gedaan en wiegde die onder het zingen van "nina, nina bobo". Ze liet de pop ruiken aan de bloembakken toen Emma in de badkamer verdween. Heerlijk, dat water waarmee ze zich siramde..... ze zong blij een lied uit haar meisjestijd, toen ze plotseling verstarde. Een vreemd geluid, alsof iets viel van vrij grote hoogte..... een plofje op de marmeren vloer en dan plotseling een klagelijk gehuil van haar kleintje. Ze rende met natte haren de mandikamer uit en vond haar kind met het achterhoofdje op de vloer, blijkbaar van een hoge stoel gevallen waarop de baboe haar had gezet. (...) De door de Regent geroepen dokter stelde vast: "Zware hersenschudding tengevolge van een val." Bloemstukken en kransen werden binnengedragen. Doch het kleine kistje was uitsluitend bedolven onder de boeketroosjes, die Margootje met haar eigen handjes hand gestreeld. (...) "Margaretha Christina van Soest" stond er met mooie letters [op de grafzerk]. "Geboren 15 april 1892. Sf. Kalibagor. Overleden 21 april 1893 te Banjoemas". Bron: 'Een Indisch sprookjeshuwelijk' door Ems I.H. van Soest. In: Moesson, 26e jaargang no. 5, 1 oktober 1981, pag. 8-9.



Werken van Ems van Soest

V voor Nicoly
De pauw, 1930
Op den achtergrond, 1931
Harriët, 1932
Astrid, 1933
't Stuur in handen, 1935
Joke wordt mensch. Meisjesroman uit Indië, 1936
Alleen in 't volle leven, 1937
Jonge zwervers. Moderne meisjesroman, 1937
Ons is de toekomst, 1939
Wij die jong zijn..., 1939
De kern. Roman voor jonge mensen, 1940
De nieuwe koers, 1940
Magda bezint zich, 1941
V voor Nicoly, 1947 (2de druk)
Het komt allemaal in orde. Roman voor jongeren, 1948
Wij weten wat wij willen. De roman van een wonderlijke zomer, 1948
Adorée, 1949

Harriët, 1932
Astrid, 1933
't Stuur in handen, 1935
Joke wordt mensch. Meisjesroman uit Indië, 1936
Alleen in 't volle leven, 1937
Jonge zwervers. Moderne meisjesroman, 1937
Ons is de toekomst, 1939
Wij die jong zijn..., 1939
De kern. Roman voor jonge mensen, 1940
De nieuwe koers, 1940
Magda bezint zich, 1941
V voor Nicoly, 1947 (2de druk)
Het komt allemaal in orde. Roman voor jongeren, 1948
Wij weten wat wij willen. De roman van een wonderlijke zomer, 1948
Adorée, 1949

Secundaire literatuur over Ems van Soest in de dbnl

L. Arts, Clemens Maria Beukers, K. du Bois de Vroylande, Michiel Dierickx, Eugenius Druwé, J.A. van Houtte, Emiel Jan Janssen, Louis H.M. Monden, Hubert Peeters, F. De Raedemaeker, J. Salsmans, C. Schöller en M. Schurmans,‘Boekbespreking’ In: Streven. Jaargang 7 (1939)
Sjoerd Leiker, P.H. Muller, B. van Noort, Henk Spaans, Niek Verhaagen en Ab Visser, ‘[De Brug - 7e jaargang no. 4]’, ‘Boekbesprekingen’ In: Opwaartsche wegen. Jaargang 18 (1940)

Websites over Ems van Soest

http://ems.damescompartiment.nl/


http://archive-kitlv.library.leiden.edu/pdf_documents/22_VAN_SOEST.pdf
2. Correspondentie tussen de ouders Willem van Soest (1865-1932) en Emma Maria van Angelbeek (1876-1945), 1891. Handschrift. 3 stukken. 23-34 Ems (Emma.I.H. van Soest (1908-1984) 3 23. Gelukwensen bij de geboorte van Ems van Soest en ingekomen brieven bij haar verjaardagen; met krantenknipsels over haar examens, 1908-1945. 1 map. 24. Gedichten, 1945. Handschrift, druk. 7 bladen. 25. Plakboek met foto’s van Ems van Soest en krantenknipsels. 1949-1980. 1 deel. 26. Plakboek met ingeplakte recensies van Ems van Soests werken. 1934-1980. 1 deel. 27. Interviews met Ems van Soest, in kranten en tijdschriften. 1952-1972. 1 bundel. 28. Artikelen en verhalen van J.W.A. van Soest en E.I.H. van Soest. 1952-1965. 1 bundel. 29. Artikelen uit kranten en tijdschriften over de Duitse keizerlijke familie. 1950- 1981. 1 omslag. 30. Schriften met aantekeningen en opstellen over onderwerpen uit de Spaanse geschiedenis, vermoedelijk van J.W.A. van Soest. 22 delen. Met een Spaanstalig artikel van J.W.A. van Soest over de Spaanse ambassadeurs in Nederland. 1952-1973. 31. Correspondentie met uitgeverij Kluitman over mogelijke heruitgave van haar werken. 1966-1968. 1 map. 32. Correspondentie, reisverslagen, gedichten en artikelen. 1966-1971. 1 omslag. 33. Diverse (ongepubliceerde) artikelen, een reisverslag voer 1935 en herinneringen aan haar broer J.W.A. van Soest. Getypt. 1975-1982. 1 omslag. 34. Artikel ‘Mijn kamelendoop in de Tunesische Sahara’ met bijbehorende correspondentie en correspondentie met de redactie van De vrouw en haar huis. 1972. Typoscript, 6 stukken. 35. Artikelen over haar reis naar de Verenigde Staten en correspondentie naar aanleiding van deze artikelen. 1969-1972. 36. Correspondentie en losse gedichten. 1972-1973. 37. ‘Kom op, pioniertje’, beoogde roman: kopij, correspondentie. 1973. 1 bundel. 38. ‘Altijd die ene’, beoogde roman: kopij. Z.j., typoscript. 1 bundel. 39. Geestelijke gedichten en voordrachten voor het professor Grevengenootschap. 1972-1980. 1 omslag. 40. ‘Kaligarang 12, Semarang, het huis van duizend dromen’. Artikel door Ems van Soest met bijbehorende correspondentie. 1978-1979. 4 41. Correspondentie met diverse kranten en tijdschriften, met artikelen en ‘ingezonden brieven’. 1973-1981. 1 map. 42. Correspondentie met het personeelsblad van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het al dan niet plaatsen van artikelen. Met een handgeschreven CV van Ems van Soest. 1975-1978. 1 map. 43. Correspondentie. 1975-1977. 44. Reclamefolders en fondsencatalogus uitgeverij Kluitman met aankondigingen van werken van Ems van Soest. 1947-1952. 1 map. 45. Correspondentie met het Koninklijk Huis naar aanleiding van het verschijnen van boeken van Ems van Soest. 1951-1952, 1971. 1 omslag. 46. Schrift met ingeplakte herinneringen aan een reis door Ost-Friesland. 1964. 47. Genealogische gegevens ontrent de familie van Angelbeek, met bijbehorende correspondentie; met documentatie over tentoonstellingen; gegevens over de verwante geslachten Tinne, Siccama en Intveld . 1 afbeelding van Johanna Springer-van Soest. 1 omslag. 48. Memorie van de Raad ordinair van Nederlandsch Indien en geeligeerden goeverneur van Ceilon Johan Gerard van Angelbeek (1793) Madras, Government press 1908. Druk. 1 deel. 49. Diploma’s op naam van Jan Willem Abraham van Soest voor Spaanse handelscorrespondentie en Spaanse omgangstaal. 3 stukken. 1945-1946. 50. Algemene informatie over het archief-van Soest. Oude plaatsingslijst



nagekomen berichten

Zomer 2015
Op een tropisch warme 5e juli  ongewoon in Nederland komt het volgende bericht in de mail:
Bij toeval - struinende over het wereldwijde web - kwam ik de naam Emst van
Soest tegen. Als jongen net van de middelbare school had ik nog geen plannen
om te werken, maar mijn vader haalde me over om toch maar een degelijke baan
te zoeken. Uiteindelijk werd dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zo
begon ik in 1970 in het hoofdgebouw aan het Plein 23 in Den Haag aan mijn
ambtelijke carrière.
Ik werd wegwijs gemaakt door een vrouw van een administratieve afdeling en
kwam terecht bij Post- en Archiefzaken. Daar werd ik geparkeerd achter een
typemachine en moest ik allerlei vaag werk doen. Grote vellen met veel
carbondoorslagen, die later losgescheurd moesten worden (let wel op dat je
precies op de perforatie afscheurt!). Op deze afdeling werkte ook een oudere
Indische mevrouw, die er uitzag als een dame. Ook zij zat achter een
typemachine en typte er lustig op los. Bij de koffie kwam ik met haar aan de
praat en zij stelde zich voor als mevrouw van Soest. Onmiddellijk daarachter
vertelde ze dat ze dit werk eigenlijk normaal gesproken niet deed. Ze was
namelijk schrijfster van beroep en had al veel boeken geschreven. Eigenlijk
kon ik met daar als jongen van net twintig niets bij voorstellen, maar
andere collega's op de afdeling bevestigden dit. Ze zag er duidelijk Indisch
uit en had een bril met sterke glazen. Verder netjes opgemaakt en keurig
gekleed. Ze viel niet op omdat er in die veel Indischen op de kantoren
werkten. Toen ik later wat interesse toonde in haar werk en vroeg wat ze dan
geschreven had, vertelde ze dat het boeken voor meisjes waren en boeken over
het leven. Voor mij cryptisch en zeker niet interessant. Ook vertelde ze dat
ze nog steeds schreef en dat er van haar woorden gebruikt werden in de krant
en op televisie. Zij noemde speciaal het woord "miljoenendans" dat
veelvuldig in de 2e kamer werd gebruikt bij de behandeling van de
begrotingen en op televisie langs kwam. Na korte tijd ging ik weer verder
naar een ander afdeling en verloor haar uit het oog. Typisch dat ze me toch
nog helder voor de geest kwam. Een keurige nette dame uit een andere tijd."
René B.


Wat een een aardige reactie en een mooi beeld op de kantoorloopbaan van een INDISCHE DAME!



Hoop nog veel reacties in de mail terug te vinden....